Haal meer uit (V)VE
In deze artikelenreeks lichten onze trainers Piramide, Uk & Puk, Startblokken en de VVE basistraining toe en leggen uit waarom ze hier enthousiast over zijn. Dit keer spreken we trainer Merel van der Woude over de basistraining VVE.
De Basistraining VVE in het kort
De vier organisaties achter de programma’s Uk & Puk, Piramide, Startblokken en Kaleidoscoop hebben de basistraining gezamenlijk ontwikkeld in opdracht van de gemeente Amsterdam. Het is eigenlijk geen programma, maar overstijgt de verschillende (V)VE-programma’s. Aan bod komen onder andere de talentendriehoek, de 3V’s (verkennen, verbinden en verrijken) en de 6 interactievaardigheden.
De aandacht ligt op de pedagogisch-educatieve vaardigheden van pedagogisch medewerkers. Twee vragen staan hierbij centraal: Wat heeft een kind nodig om zich te kunnen ontwikkelen en welke rol speel de pedagogisch medewerker in de ontwikkeling van het kind?
Kernwoorden
- Leren en ontwikkelen door spelactiviteiten
- Betrokkenheid en welbevinden
- Kansen grijpen en kansen creëren
- Verkennen, Verbinden, Verrijken
- Omgeving en materiaal
- Opbrengstgericht werken
Routines en spel verrijken
‘Kenmerkend voor de basistraining is dat pedagogisch medewerkers heel bewust leren kijken naar het spel van kinderen en leren dit spel te verrijken. Spel vormt de basis voor een kwalitatief en ontwikkelingsgericht aanbod. Het is de pedagogisch medewerker die het verschil maakt in de ontwikkeling van het kind’, licht Merel toe. ‘Elke routine zoals eten en drinken, jassen aantrekken of samen buiten spelen is een kansrijk moment voor leren en ontwikkelen. De pedagogisch medewerker leert deze momenten te benutten voor ontwikkelingsstimulering en organiseert betekenisvolle speelleeractiviteiten. De pedagogisch medewerker kan een kind een stap verder brengen in zijn ontwikkeling door te verkennen waar de interesse ligt, deze verbinden aan een activiteit en een ontwikkelingsdoel stellen om de activiteit te verrijken.’
Bewuster kijken naar kinderen
Wat deze training sterk maakt is dat er gedurende de training naast theorie, ook vooral praktische handvatten worden geboden. Bijvoorbeeld opdrachten rondom het inrichten van de speelleeromgeving of het doen van een creatieve activiteit. De pedagogisch medewerkers leren hierbij steeds weer te kijken naar het effect van hun handelen op de kinderen. Betrokkenheid van kinderen, de mate waarin een kind geboeid aan het spelen is, of meedoet met een geboden activiteit is een belangrijke pijler in de coachgesprekken tijdens het trainingstraject.
‘Tijdens een eerste coachgesprek vertelde een deelnemer mij het volgende: ”Meteen na de eerste bijeenkomst kijk ik heel anders naar de kinderen op mijn groep. Bewuster. Ik zie nu veel meer.” Die bewustwording is mooi om te zien als trainer,’ blikt Merel terug. ‘Ik zie hoe de pedagogisch medewerkers op verschillende niveaus een leerproces doormaken; van onbewust naar bewust waarnemen en handelen, van taakgericht naar ontwikkelingsgericht werken. En de kinderen plukken hier de vruchten van.’
Andere ervaringen van pedagogisch medewerkers zijn: “Ik ben zo blij dat ik deze training heb gedaan.” en “Ik ervaar meer werkplezier, omdat ik nu meer zie en begrijp. Daardoor kan ik bewust handelen.”
Ouderbetrokkenheid
Een goede relatie tussen ouders en pedagogisch medewerkers vormt de basis van het partnerschap. De bijeenkomst rond ouderbetrokkenheid heet heel toepasselijk Partners in ontwikkeling. Door het opbouwen van educatief partnerschap met ouders leert de pedagogisch medewerker hoe zij invloed kan uitoefenen op de thuisbetrokkenheid; pedagogisch medewerkers en ouders werken samen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Denk aan thuisactiviteiten met een educatief karakter, zoals boekjes lezen, spelletjes doen en samen in gesprek zijn.
Ze vervolgt: ‘Goede prentenboeken zijn een verrijking van elk thema. Samen praten over en genieten van mooie verhalen is onmisbaar voor de taalontwikkeling, begrijpend luisteren en het denken. De knusse voorleesmomenten versterken de band tussen het kind en de pedagogisch medewerker en tussen kinderen onderling. Daarnaast doen al die verschillende verhalen een beroep op zowel de sociaal-emotionele ontwikkeling als de rekenontwikkeling.’
De training
Eens in de 4 weken vindt een bijeenkomst plaats. Na elke bijeenkomst gaan de deelnemers zelf aan de slag om het geleerde in de praktijk te brengen aan de hand van praktijkopdrachten. De training kent een aantal coachmomenten waarbij er op de persoonlijke leerdoelen van de pedagogisch medewerker wordt ingezoomd.
Tijdens de gehele training komen alle vaardigheden uit het competentieprofiel aan bod. In dit competentieprofiel staan alle vaardigheden die passen bij een startbekwame pedagogisch medewerker in de VVE. Tijdens de praktijkopdrachten oefenen pedagogisch medewerkers met deze verschillende vaardigheden. Het reflecteren op het eigen handelen speelt een grote rol, bijvoorbeeld door eigen foto- en filmmateriaal te bekijken en met collega’s in gesprek te gaan.
Na het succesvol doorlopen van de training zijn medewerkers startbekwaam voor werken op elke VVE-locatie. Voorwaarde is wel zij samenwerken met een vakbekwame collega. Dat wil zeggen, een collega die een methode-training zoals Piramide of Uk & Puk heeft afgerond. Om van startbekwaam naar vakbekwaam te gaan, volgt de pedagogisch medewerker een koptraining voor de programma’s Uk & Puk, Piramide of Startblokken.
Starten met de basistraining VVE?
Meer lezen over V(V)E?
Aan de slag met Uk & Puk
Aan de slag met Startblokken
Aan de slag met Piramide