Kijk je digitaal rijk

De training Kijk je rijk in de praktijk

Kans Kwadraat heeft een training ontwikkeld rond ‘Kijk je Rijk’. Hierin worden (aankomend) pedagogisch professionals getraind in de zes pedagogische interactievaardigheden. De training slaat een brug tussen ‘taaie’ wetenschap en de praktijk op de werkvloer.

Ik ga hierover in gesprek met Mirjam Gevers, directeur monitoring en wetenschap bij Kinderopvang Partou, Mara Heijdelberger en Odette Spee van de Hogeschool van Amsterdam en Vincent Polman van Kans Kwadraat. Een bevlogen club mensen, die met elkaar een samenwerking hebben opgezet rond ‘Kijk je rijk’, waarmee je in je organisatie de zes interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers verbetert door middel van videofeedback.

Tekst: Mirjam Meeuwissen

De training ‘Kijk je rijk’ van Kans Kwadraat is zorgvuldig ontwikkeld door een team onderwijskundigen en inhoudsdeskundigen uit het werkveld. ‘Met unieke videobeelden die we in de kinderopvang hebben opgenomen, waarop de interactievaardigheden te zien zijn’, vertelt Vincent Polman. Hij benadrukt het belang van de wetenschappelijke onderbouwing van de training en daarom heeft hij bij de ontwikkeling het NCKO betrokken, waaronder Mirjam Gevers. Mirjam maakt zich binnen Partou hard om wetenschappelijke kennis en onderzoeksuitkomsten te koppelen aan de werkvloer.

Filmen

In de training staat – gebaseerd op de NCKO-interventiestudie van Katrien Helmerhorst – het 1-op-1 coachen met videobeelden op interactievaardigheden centraal. Pedagogisch coaches begeleiden een pedagogisch medewerker gedurende de training, met als doel de interactievaardigheden bij de pedagogisch medewerker te ontwikkelen. De pedagogisch coach filmt tijdens deze training de pm’er op de groep én zichzelf tijdens de coachgesprekken. Hierdoor is het mogelijk dat pedagogisch medewerkers inzicht krijgen in hun eigen interactievaardigheden en pedagogisch coaches in hun manier van coachen.

De deelnemer wordt aan de hand genomen, leert over de theorie van de interactievaardigheden en bekijkt verschillende videobeelden. De beelden laten voorbeelden zien waar de interactievaardigheden al veel ingezet worden en waar deze minder te zien zijn. Het volgen van de e-learning door mensen van eenzelfde organisatie levert een gemeenschappelijke taal op.

Mirjam: ‘Het leert je om de gedragingen te herkennen en woorden te geven aan wat je ziet.’ Ze benadrukt dat de kwaliteit van de zes interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers het belangrijkste aspect van pedagogische kwaliteit zijn in de kinderopvang (zie kader). Iedere professional die met kinderen werkt moet deze vaardigheden herkennen, begrijpen, beheersen en toepassen.

‘Maar eigenlijk heeft iedere opvoeder of professional er baat bij, iedereen die werkt met (kwetsbare) anderen. Het zijn universele vaardigheden. Je kunnen inleven in de ander, respect hebben, en ga zo maar door. Juist daarom was het zo belangrijk om een training te ontwikkelen die deze vaardigheden voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang in beeld brengt’, aldus Mirjam.

Toekomstig professionals

“Het zorgt ervoor dat ons onderwijsprogramma meer flexibel wordt.”

Ook de Hogeschool van Amsterdam (HVA) zet de e-learning ‘interactievaardigheden’ – een onderdeel van de training – in, bij de minor Jonge kind. Ik spreek met student Delicia en docenten pedagogiek Odette en Mara. De docenten vertellen dat de e-learning voor hen een fijne manier van werken is. De minoropleiding kent een gevarieerde groep deelnemers, waarbij de ene student nog weinig ervaring heeft en de interactievaardigheden nog moet leren kennen, en anderen al ruime ervaring hebben. Bijvoorbeeld omdat ze al een studie pedagogisch werk hebben afgerond.

Mara: ‘De e-learning zorgt ervoor dat studenten met veel ervaring alles weer even opfrissen, en voor wie het nieuw is, helpt het om de materie goed te leren kennen. Ook zorgt het ervoor dat ons onderwijsprogramma meer flexibel wordt, omdat ze de e-learning in hun eigen tijd kunnen volgen en in hun eigen tempo kunnen doorlopen.’

Odette: ‘Studenten zien in de opleiding dat het een verrijking is. En dat het ze praktische handvatten geeft bij het observeren en coachen van pedagogisch medewerkers.’

Delicia, derdejaars pedagogiekstudent aan de hogeschool, vertelt dat zij de e-learning van Kans Kwadraat heeft gevolgd. Ze had nog niet veel ervaring met het werken met jonge kinderen. Leren kijken vanuit de interactievaardigheden was voor haar een goede toevoeging aan de lesstof. ‘Vooral toen ik bij het stuk over autonomie kwam en las over de begeleiding van conflicten op de groep, realiseerde ik mij dat ik altijd veel te snel ingrijp en ga “oplossen”. De heldere videobeelden en de theoriestof over hoe je meer met de kinderen samen zaken kunt oplossen, hebben mij dit persoonlijk inzicht gegeven. Ook kon alles in eigen tempo, dat vond ik erg prettig.’

Bewust kijken

“Waar ligt mijn trots en wat zou ik nog kunnen verbeteren?”

Ook in het werkveld wordt de training ingezet. Mirjam stelt mij voor aan haar collega Kim, pedagogisch coach bij Partou, en Iris, medewerker op de babygroep. Kim vertelt dat zij de training ‘Kijk je rijk’ specifiek voor pedagogisch coaches heeft gevolgd. In deze specifieke training wordt dezelfde stof gebruikt als voor pedagogisch medewerkers, maar aangevuld met een deel waarin de coach leert om, op basis van videobeelden uit de eigen praktijk, mét de pedagogisch medewerkers te kijken naar de interactievaardigheden. En deze middels het inzetten van videofeedback verder te ontwikkelen.

Kim: ‘Pedagogisch medewerkers kijken in eerste instantie kritisch naar hun eigen beelden. Te kritisch soms. Daarom laat ik ze, door het stellen van vragen, vooral ook kijken naar wat er goed gaat. Dan krijg je vaak glunderende gezichten, als ze hun eigen interactie zien met de kinderen. Ik zie dat er veel werkplezier ontstaat door samen naar dit soort momenten te kijken.’

Kim kiest met de medewerker een moment uit waarop ze komt filmen. Dit bepaalt de medewerker zelf. Na het filmen kijkt de medewerker aan de hand van ‘de gedragslijst’ naar eigen beeld en kiest de fragmenten welke ze wil bespreken. Ook hier ligt dus de regie bij de medewerker. Kim: ‘Als je coacht, is het fijn dat de medewerker zelf kiest waar ze mee aan de slag wil gaan.’

Om samen goed naar de beelden te kijken wordt een ‘kijklijst’ ingezet. Waarbij steeds de centrale vragen voor de medewerker zijn: waar ligt mijn trots en wat zou ik nog kunnen verbeteren? Kim: ‘Dit levert mooie gesprekken op, en ook merk ik dat collega’s onderling daardoor vaker meer met elkaar in gesprek gaan over het pedagogisch handelen.’ Dat is ook de ervaring van Iris, zij is gecoacht door Kim en vertelt me daarover. Ze geeft aan dat haar allereerste gedachte bij het maken van de opnames was: ‘Oh help! Moet ik nu echt gefilmd worden?’

Maar na haar eerste ervaring was ze meteen positief, het is gewoon leuk om te zien wat je doet. ‘Ik zag op de beelden bijvoorbeeld terug hoe gefocust kinderen op mij waren en hoe belangrijk de kwaliteit van mijn communicatie dus is voor deze jonge kinderen. Ik werk inmiddels tien jaar in de kinderopvang, maar merkte door de coaching pas hoezeer sommige dingen op de automatische piloot gaan.’

‘Kijken naar de beelden met je eigen pedagogisch handelen en er echt even bij stilstaan, helpt je om bewuster naar je eigen handelen te kijken. Ik bespreek ook vaak met mijn collega’s wat ik op de beelden heb gezien, en we vertellen elkaar met welk aspect van de interactievaardigheden we aan de slag gaan. Iedereen vindt het leuk om dit van elkaar te horen.’

Interactievaardigheden: tijdloos en nog altijd actueel

De pedagogische kwaliteit van de kinderopvang wordt sterk bepaald door de interactievaardigheden van de professionals, door de manier waarop pedagogisch professionals omgaan en communiceren met kinderen. Hoe beter de interactie tussen de professional en kinderen is, hoe beter het welbevinden en de ontwikkeling van een kind. Dit geldt voor alle kinderen en met name voor de jongsten, omdat deze zelf nog weinig regie kunnen voeren op hun eigen emoties, gedrag, activiteiten en sociale contacten. De ondersteuning en begeleiding van de professional is voor hen dus extra belangrijk. Zes interactievaardigheden, zoals die zijn benoemd door het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) vormen nog altijd de kern van de kwaliteit in de kinderopvang:

  • sensitieve responsiviteit, ook wel de ‘warme, ondersteunende aanwezigheid’ genoemd. Dit staat voor de vaardigheid om kinderen de emotionele steun te bieden die zij nodig hebben, door tijdig en adequaat te reageren op signalen die kinderen geven, deze te interpreteren en er passend op te reageren.
  • respect voor autonomie van het kind. Dit houdt in dat je in staat bent om kinderen de ruimte te geven om zo veel mogelijk zelf te doen en hun eigen keuzes te maken, door het perspectief van kinderen te verwoorden.
  • structureren en grenzen stellen. Deze competentie gaat over om aan kinderen duidelijk te maken wat er van hen verwacht wordt en ervoor te zorgen dat zij zich daaraan houden. Door structuur te geven en grenzen te stellen kun je kinderen houvast geven. Het zorgt voor voorspelbaarheid.
  • praten en uitleggen. Naast dat het belangrijk is om veel met de kinderen te praten (kwantiteit) gaat het ook om de manier waarop je dat doet (kwaliteit). Door veel uit te leggen en te luisteren, stimuleer je (taal)ontwikkeling en bied je kinderen de gelegenheid om hun wereld en hun gevoelsleven te begrijpen. Zo leren ze zich uit te drukken en anderen te begrijpen.
  • ontwikkelingsstimulering. Dit heeft betrekking op de stimulering van de persoonlijke competentie van kinderen. Het gaat hierbij om ‘extra’ dingen die je doet om kinderen te stimuleren op allerlei vlakken: motorisch, cognitief, taal en creatief. Bijvoorbeeld door hun aandacht of nieuwsgierigheid te prikkelen. Of hen te stimuleren bij een activiteit die ze nog net niet zelf kunnen en waarmee ze weer een stapje in hun ontwikkeling kunnen maken. Of door een nieuwe activiteit/nieuw spelmateriaal aan te bieden.
  • begeleiden van interactie tussen kinderen. Als pedagogisch medewerker of gastouder is het belangrijk dat je aandacht besteedt aan positieve interacties tussen kinderen en dat je deze probeert te bevorderen. Je zorgt voor omstandigheden waarin kinderen met elkaar kunnen spelen en zo nodig begeleid je de kinderen daarbij. Daarmee zorg je ervoor dat kinderen zich veilig voelen bij elkaar en help je ze om positieve relaties op te bouwen.

Mirjam Meeuwissen is trainer en ontwikkelaar van Kameleon 100, en houdt zich met name bezig met het jonge kind, kindontwikkeling en begeleiding en coaching van pedagogisch medewerkers en managers binnen de kinderopvang.

Dit artikel verscheen in BBMP editie 3 2024. Themanummer Leren en ontwikkelen.

Meer informatie over de interactievaardigheden / Kijk je rijk?

Interactievaardigheden in de kinderopvang

Leer de interactievaardigheden te herkennen, zodat je ze (nog) beter in kunt zetten tijdens jouw dagelijkse werk.

Interactievaardigheden op de BSO

Leer de interactievaardigheden te herkennen, zodat je ze (nog) beter in kunt zetten tijdens jouw dagelijkse werk.

Kijk je rijk voor pedagogisch coaches

Pedagogische coaches leren hoe ze veilige en positieve videofeedback gesprekken kunnen voeren en de methode kunnen borgen in hun organisatie.